Doodgraver - Nicrophorus investigator
- Gegevens
- Categorie: Kevers
Inhoud:
Beschrijving | Eigenschappen | Uiterlijk | Voortplanting
Voedsel | Vliegtijd | Vergelijkbare soorten

Doodgraver
De doodgravers vormen een kleine groep van meestal felgekleurde kevers.
De doodgraver graaft een hol onder een kadaver, waardoor het dode dier begraven wordt.
De vrouwtjes leggen daaronder de eitjes.
De larven voeden zich met het dode dier en met de andere insecten die zich daarop bevinden.
Het zijn actieve vliegers die kadavers van op een zeer grote afstand kunnen detecteren.
De doodgraver is een wijdverspreide soort die in vrijwel heel Europa voorkomt.
Nergens talrijk en sterk afhankelijk van dieren die een natuurlijke dood sterven en een geschikte bodem.
De doodgraver heeft een lengte van 15 - 25 mm.
De kop en het bovenstuk van de doodgraver zijn zwart, de dekschilden hebben twee heldere oranje banden overdwars, waarvan de randen sterk rafelig zijn.
De antennen zijn knotsvormig met oranje punten.

Nicrophorus investigator (Doodgraver)
Het aas wordt gebruikt voor de voortplanting.
Ze graven het dode dier in door de aarde eronder weg te duwen.
Als er een tweede kever van dezelfde soort, maar van het andere geslacht erbij komt werken ze samen, anders vechten ze.
Ze paren wanneer het kadaver onder de grond zit.
Ze knagen een kuil in het aas en spuiten er verteringssappen in.
De eitjes worden in een gang afgezet, deze loopt dan weg van de aasbal.
Het vrouwtje blijft bij de eitjes tot wanneer ze uitkomen.
Ze lokt door te sjirpen haar jongen, als ze na een dag of 5 zijn uitgekomen.
Deze worden door de moeder gevoerd.
Na 7 dagen verpoppen ze zich al.
De doodgraver eet voornamelijk kleine insecten en vliegenmaden die te vinden zijn op het aas.
De Doodgraver kan men vinden van begin april tot eind september
Er zijn verschillende vergelijkbare soorten.
N. interruptus is het meest gelijkend, maar heeft de dwarsbanden in het midden onderbroken door een zwarte zoom.
Hieronder een video van een doodgraver