Wat is het verschil tussen een das en een marter in Nederland?

Wat is het verschil tussen een das en een marter in Nederland?

Het herkennen van de das en de marter

In het Nederlandse landschap leven zowel de das als de marter, twee zoogdieren die regelmatig met elkaar worden verward. Hoewel ze oppervlakkig gezien enkele overeenkomsten hebben, zijn er duidelijke verschillen in gedrag, uiterlijk en leefgebied. Het herkennen en onderscheiden van deze dieren is niet alleen interessant, maar helpt ook bij natuurbescherming en monitoring van biodiversiteit.

Uiterlijke kenmerken van de das

Typische kenmerken

De das (Meles meles) is een stevig gebouwd dier met een korte staart, korte poten en een opvallend zwart-wit gestreept gezicht. Zijn lichaam is grijzig van kleur met een dikke vacht, ideaal voor het leven in een koud en vochtig klimaat. Dassen kunnen tot 90 centimeter lang worden en wegen tussen de 10 en 15 kilo.

Leefwijze en gedrag

Dassen zijn vooral 's nachts actief en gebruiken uitgebreide burchten die ze zelf graven. Ze leven vaak in familieverband en staan bekend om hun sociale gedrag. De das is een omnivoor en voedt zich met regenwormen, insecten, vruchten en kleine zoogdieren.

Kenmerken van de marter

Soorten marters in Nederland

In Nederland komen de steenmarter (Martes foina) en de boommarter (Martes martes) voor. Beide soorten zijn gestroomlijnd gebouwd met een lange, pluizige staart en korte poten. De steenmarter heeft een witte bef, terwijl de boommarter een gelige borstvlek heeft.

Verschillen in gedrag

Marterachtigen zijn veelal solitair en actief in de schemering en nacht. Ze zijn uitstekende klimmers en gebruiken vaak boomholtes of verlaten schuurtjes als schuilplaats. Hun dieet bestaat uit kleine prooien zoals muizen, vogels, eieren, bessen en insecten. In tegenstelling tot de das zijn marters opportunistischer en kunnen ze zich goed aanpassen aan stedelijke gebieden.

Hoe onderscheid je beide in het wild?

Verschillen in sporen en leefsporen

Dassensporen zijn groter, breder en vertonen lange nagels die ze gebruiken bij het graven. Martersporen zijn kleiner en slanker. Dassen graven burchten met meerdere ingangen, terwijl marters vaak gebruik maken van natuurlijke holtes of daken als schuilplaats. Ook hun uitwerpselen verschillen: dassenpoep is vaak in zelf gegraven latrines te vinden, terwijl marters hun uitwerpselen verspreid achterlaten, vaak op opvallende plekken.

Waar kun je ze het best spotten?

Dassen vind je vooral in bosrijke gebieden met kleinschalig landschap, zoals in de Veluwe of Zuid-Limburg. Marters daarentegen kunnen ook in de buurt van dorpen en steden verblijven, mits er voldoende schuilgelegenheid is. Met een beetje geduld en kennis van hun gedrag zijn beide dieren goed te observeren voor natuur- en diervrienden.

Waarom het verschil belangrijk is

Het herkennen van de das en marter is belangrijk voor het monitoren van hun populaties en het beschermen van hun leefgebied. Beide soorten zijn beschermd in Nederland, maar hun leefomgeving komt onder druk te staan door stadsuitbreiding en intensieve landbouw. Door meer kennis te hebben van hun verschillen en leefwijzen kunnen we bijdragen aan hun voortbestaan in onze natuur.