Vogels als natuurlijke bestrijders van processierupsen
De eikenprocessierups is in veel regio’s een terugkerend probleem. De brandharen kunnen bij mensen jeuk, irritatie aan ogen en luchtwegen veroorzaken. Steeds meer gemeenten bestrijden de rupsen, maar ook de natuur zelf speelt een belangrijke rol. Bepaalde vogelsoorten eten namelijk processierupsen en kunnen zo helpen om plagen te beperken. Door je tuin aantrekkelijk te maken voor deze vogels, ondersteun je zowel de biodiversiteit als je eigen woonomgeving.
Welke vogels eten processierupsen
Niet alle vogels durven zich aan de jeukende rupsen te wagen. Toch zijn er enkele soorten die er gespecialiseerd in zijn of er in elk geval regelmatig van profiteren. Zij hebben manieren ontwikkeld om met de brandharen om te gaan, bijvoorbeeld door de rups grondig uit te schudden voordat ze die opeten.
Mezen in de hoofdrol
Vooral koolmezen en pimpelmezen staan bekend als belangrijke natuurlijke vijanden van processierupsen. Ze foerageren graag in eikenbomen en zijn heel behendig in het zoeken naar rupsen tussen bladeren en takken. Een nest met jonge mezen kan per dag honderden rupsen en andere insecten verorberen, waardoor ze een merkbaar effect kunnen hebben op de populatie in hun directe omgeving.
Spechten, koekoek en andere insecteneters
Naast mezen blijken ook grote bonte spechten en boomklevers geregeld processierupsen te eten. Zij hakken de nesten open en pikken de rupsen er zorgvuldig uit. De koekoek is een andere soort die bekendstaat om zijn voorkeur voor behaarde rupsen, waaronder processierupsen. Verder worden ook boomkruipers en sommige soorten vliegenvangers waargenomen bij eiken met nesten, al is hun rol minder goed onderzocht.
Hoe maak je je tuin aantrekkelijk voor deze vogels
Als je vogels wilt inzetten als bondgenoten tegen processierupsen, is het belangrijk om je tuin zo in te richten dat ze er voedsel, veiligheid en nestgelegenheid vinden. Een vogelvriendelijke tuin hoeft niet groot te zijn; variatie en rust zijn belangrijker dan oppervlak.
Nestkasten en beschutting
Voor kool- en pimpelmezen kun je nestkasten ophangen op een rustige, enigszins beschutte plek, bij voorkeur niet pal in de volle middagzon. Zorg dat katten er moeilijk bij kunnen. Hagen, struiken en dicht begroeide hoekjes bieden extra schuilplaatsen, wat vooral belangrijk is tijdens de broedtijd wanneer vogels kwetsbaarder zijn.
Inheemse beplanting en minder opruimen
Inheemse struiken en bomen trekken veel insecten aan, die op hun beurt weer voedsel zijn voor vogels. Denk aan hazelaar, meidoorn of vlier. Laat in de herfst wat blad en takjes liggen; daarin leven allerlei rupsen en kevers die het hele jaar door door vogels worden gegeten. Vermijd chemische bestrijdingsmiddelen, want die schaden zowel insecten als hun natuurlijke vijanden.
Water en rust
Een eenvoudige drinkschaal of klein vijvertje maakt je tuin nog aantrekkelijker. Ververs het water regelmatig. Beperk bovendien harde geluiden en intensieve verlichting in de avond, zodat vogels ongestoord kunnen rusten en foerageren. Hoe aangenamer je tuin voor hen is, hoe groter de kans dat ze jaar na jaar terugkeren en zo meehelpen de processierupsen in toom te houden.