Wat er echt gebeurt als bladeren vallen
Iedere herfst kleuren bomen in parken, bossen en tuinen prachtig geel, rood en bruin. Kort daarna laten de bladeren massaal los. Het lijkt alsof de boom de bladeren gewoon laat vallen, maar in werkelijkheid is het een nauwkeurig gestuurd proces. De boom bereidt zich daarmee voor op de koude, donkere maanden.
Bladeren zijn in de zomer onmisbaar om licht op te vangen en om te zetten in energie. In de herfst worden ze juist een risico. Kou, wind en sneeuw kunnen takken zwaar belasten. Bovendien kost het te veel energie om al dat blad in leven te houden als er weinig zonlicht is. Daarom kiest de boom voor een gecontroleerde manier om bladeren af te stoten.
De rol van bladsteel en afscheidingslaag
Bij het loslaten van bladeren speelt de bladsteel een hoofdrol. Aan de basis van die steel vormt zich een speciale laag cellen: de afscheidingslaag. Deze laag bestaat uit kleine, zwakke cellen die zich stap voor stap veranderen terwijl de dagen korter worden.
Plantenhormonen sturen dit hele proces. Het hormoon auxine, dat in de zomer hoog is, houdt het blad bevestigd. In de herfst daalt de hoeveelheid auxine en neemt het hormoon ethyleen het over. Onder invloed van die verandering beginnen de cellen in de afscheidingslaag zich los te maken. Uiteindelijk is er nog maar een dun verbindingsvlak over, dat bij een zacht briesje of een beetje regen breekt.
Waarom er een glad ‘litteken’ op de tak achterblijft
Wanneer het blad is afgevallen, zie je op de tak een klein, glad vlakje: het bladlitteken. Dit is belangrijk voor de boom. De bovenste cellen van de afscheidingslaag vormen voor het loslaten namelijk al een beschermende kurklaag. Die werkt als een natuurlijke pleister die voorkomt dat schimmels, bacteriën en vorst de tak kunnen binnendringen.
Wat kleurverandering met loslaten te maken heeft
Voor het blad loslaat, verandert het meestal van kleur. Het bekende groen van chlorofyl wordt afgebroken en ingrediënten zoals stikstof en magnesium worden terug in de tak en stam opgeslagen. De boom hergebruikt die voedingsstoffen in het volgende groeiseizoen.
Doordat het groene pigment verdwijnt, worden andere stoffen zichtbaar. Gele en oranje carotenoïden zaten al in het blad, maar waren verborgen. Rode en paarse anthocyanen kunnen juist in de herfst extra worden aangemaakt. Ze beschermen de cellen nog even tegen te fel licht en koude, zodat het terughalen van voedingsstoffen zo efficiënt mogelijk verloopt voordat het blad wordt afgestoten.
Waarom sommige bomen hun bladeren wél houden
Niet alle bomen verliezen hun blad. Naaldbomen, zoals den en spar, hebben smalle, met hars bedekte naalden die veel minder water verdampen en beter tegen kou kunnen. Daardoor is het niet nodig om alle naalden tegelijk te laten vallen. Toch vernieuwen ook naaldbomen hun naalden, maar veel geleidelijker en minder opvallend dan loofbomen.
Er zijn ook half-wintergroene soorten, zoals sommige eiken en beukenhagen, die bruine, dode bladeren tot het voorjaar vasthouden. Die bladeren zijn al losgekoppeld van de sapstroom, maar blijven mechanisch hangen tot nieuw blad en groei in het voorjaar de oude bladeren wegduwen.