Wat is een dassenburcht precies
Een dassenburcht is het uitgebreide ondergrondse gangenstelsel waarin dassen leven, slapen en hun jongen grootbrengen. In tegenstelling tot veel andere wilde zoogdieren gebruiken dassen dezelfde burcht vaak generaties lang. Het is dus geen simpel hol, maar een soort ondergronds dorp dat zich door de jaren heen steeds verder uitbreidt.
In België en Nederland komen dassen vooral voor in gebieden met rustige bossen, houtwallen en akkers. Toch blijven ze meestal onzichtbaar voor de meeste wandelaars. Door de kenmerken van een burcht te leren herkennen, ontdek je dat er dichter bij huis dassen kunnen leven dan je denkt.
Kenmerken van de ingang van een burcht
Vorm en grootte van de opening
De ingang van een dassenburcht heeft bijna altijd een kenmerkende vorm. De opening is vrij breed en laag, vaak ovaal of licht driehoekig. Meestal is hij groter dan de ingang van een vossenhol. Een praktische vuistregel die veel veldbiologen gebruiken: een dassenopening is breed genoeg voor een stevige kat of kleine hond, maar blijft relatief laag bij de grond.
Rond de ingang ligt vaak een duidelijk uitgegraven zandhoop. Dassen zijn sterke gravers en duwen de uitgegraven aarde naar buiten. Daardoor zie je voor een gebruikte ingang vaak een waaier van losse, lichtere grond die afsteekt tegen de omgeving.
Slaap- en nestmateriaal
Een opvallend detail bij dassenburchten is de aanwezigheid van vers nestmateriaal. Dassen slepen geregeld droge bladeren, gras en varens naar binnen om hun slaapplaatsen te bekleden. Voor de ingang kun je daarom soms een spoor van samengeperst plantenmateriaal vinden, alsof iemand een slordige bezem van bladeren heeft verloren.
Sporen rond de burcht
Pootafdrukken en wissels
In zachte bodem of modder kun je pootafdrukken van de das vinden. De afdrukken tonen vijf tenen met lange nagels, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de vos, die vier duidelijk zichtbare tenen heeft. De zool van de das is vrij breed, waardoor de afdruk compact en enigszins rechthoekig oogt.
Daarnaast verraden zogenaamde wissels de aanwezigheid van een burcht. Dit zijn vaste paadjes die dassen steeds opnieuw gebruiken tussen hun burcht en voedselgebieden. Ze lopen vaak onder prikkeldraad of door dichte struiken, waardoor je lage doorgangen ziet waar vegetatie is platgelopen.
Mestputjes in de buurt
Dassen zijn opvallend netjes in hun toiletritueel. Ze graven ondiepe kuiltjes, zogenaamde latrines of mestputjes, meestal aan de randen van hun territorium rond de burcht. In deze kleine kuilen laten ze hun uitwerpselen achter. De mest is vaak donker en kan resten van insecten, zaden of maïs bevatten, afhankelijk van het seizoen en het voedsel in de omgeving.
Verantwoord omgaan met een vondst
Wanneer je denkt een dassenburcht gevonden te hebben, is afstand houden belangrijk. Dassen zijn beschermde dieren en gevoelig voor verstoring. Blijf op de paden, ga niet op of tegen de burcht staan en gebruik geen felle lampen om dieren in het donker op te zoeken. Door respectvol te observeren kun je toch genieten van het idee dat er onder je voeten een levendige, verborgen dassenwereld bestaat.