Waarom nachtvlinders in je tuin zo belangrijk zijn
Nachtvlinders krijgen minder aandacht dan dagvlinders, maar ze spelen een grote rol in onze ecosystemen. Ze bestuiven nachtelijke bloemen, vormen voedsel voor vleermuizen en vogels en zijn een goede graadmeter voor de gezondheid van je tuin. Door je tuin bewust in te richten, kun je het aantal nachtvlinders merkbaar vergroten.
Planten die nachtvlinders aantrekken
Nachtvlinders oriënteren zich vooral op geur in plaats van kleur. Witte en lichtgekleurde bloemen vallen op in het donker en sterk geurende soorten zijn extra aantrekkelijk. Kies verspreid door de tuin voor planten die op verschillende momenten bloeien, zodat er van vroeg in het voorjaar tot laat in de herfst nectar beschikbaar is.
Voorjaar en vroege zomer
In het voorjaar zijn bloeiende struiken en vaste planten belangrijk. Sering, kamperfoelie en krentenboompje geven al vroeg nectar. Ook kruiden zoals bieslook en wilde marjolein worden graag bezocht. Door enkele van deze soorten bij elkaar te planten, creëer je een geurende hoek die nachtvlinders snel weten te vinden.
Zomer en nazomer
In de zomer kun je denken aan planten die ’s avonds extra geur afgeven. Kamperfoelie, teunisbloem en zomerfijnstraal zijn voorbeelden die ook in kleine tuinen passen. Laat ook wat brandnetels, klaver en distels staan in een rustig hoekje. Deze worden vaak gebruikt als waardplant voor rupsen en zorgen zo voor de volgende generatie nachtvlinders.
Licht en donker: zo ga je om met verlichting
Kunstlicht is een van de grootste verstorende factoren voor nachtvlinders. Sterk wit licht kan dieren desoriënteren en uitputten. Door slim met verlichting om te gaan, kun je veel schade beperken en toch genieten van je tuin in de avonduren.
Gebruik warm en gericht licht
Kies waar mogelijk voor warme lichtkleuren en lampen met een lage intensiteit. Plaats verlichting gericht op paden of zitplekken en vermijd het uitlichten van bloeiende planten. Tijdschakelaars of bewegingssensoren zorgen ervoor dat lampen alleen branden als ze echt nodig zijn. Hoe donkerder de rest van de tuin, hoe geschikter deze wordt voor nachtvlinders.
Een natuurlijke structuur in de tuin
Nachtvlinders hebben niet alleen bloemen nodig, maar ook schuilplekken en overwinteringsplaatsen. Een strak gemaaid gazon en opgeruimde borders bieden weinig bescherming. Door een deel van de tuin wild te laten, help je tal van soorten vooruit.
Ruige hoekjes en schuilplekken
Laat een hoek met hoog gras, bladeren en wat dood hout liggen. In dit soort plekken kunnen rupsen zich verpoppen en volwassen vlinders overdag verschuilen. Struiken en hagen werken als windbrekers en creëren een luw microklimaat waarin nachtvlinders beter kunnen vliegen en foerageren. Zelfs in een kleine stadstuin maakt een enkele dichte struik of een gestapelde takkenril al verschil.
Water en chemievrij tuinieren
Een klein wateroppervlak, zoals een minivijver of schaal met stenen, verhoogt de luchtvochtigheid en trekt meer insecten aan. Belangrijk is om chemische bestrijdingsmiddelen volledig te vermijden. Gifstoffen doden niet alleen plaaginsecten, maar ook rupsen en andere nuttige soorten. Door natuurlijk tuinieren met veel variatie in planten, help je nachtvlinders én versterk je de veerkracht van je hele tuin.
